Overslaan en naar de inhoud gaan

Paarse parelmoervlinder Boloria dia

Foto: Ab H. Baas

Indeling

Heliconiinae [subfamilie]
Boloria [genus] (4/3)
dia [soort]

Indeling

Heliconiinae [subfamilie]
Boloria [genus] (4/3)
dia [soort]

De paarse parelmoervlinder, vroeger akkerparelmoervlinder geheten, komt in groot deel van Midden-Europa voor. De dichtstbijzijnde populaties vliegen in Wallonië. Uit zowel België als Duitsland wordt een achteruitgang gemeld en staat de soort op de Rode Lijst.

De waardplanten zijn verschillende soorten viooltjes, vooral één- of tweejarige soorten zoals het akkerviooltje Viola arvensis en het driekleurig viooltje V. tricolor. De soort komt in het noordelijk deel van het verspreidingsgebied voor op warme hellingen met open bos, struweel, bloemrijke of heischrale graslanden en bij luw liggende overhoekjes en braakliggende akkers. Hij vliegt in twee tot drie generaties van eind april tot begin september en overwintert als halfvolgroeide rups. De soort is vrij zwerflustig en zelfs enkele malen in Groot-Brittannië gevonden. (Tax 1989, Bink 1992).

De paarse parelmoervlinder is een zwerver die in de afgelopen anderhalve eeuw vijftien maal is gezien. De voorlaatste melding is uit 1962, toen een exemplaar in juli nabij Groesbeek (ge) werd gezien. Op 20 augustus 1996 is het laatste exemplaar waargenomen en gefotografeerd in een graft tussen akkers op het landgoed Terworm bij Heerlen (li). De overige waarnemingen zijn: Hoogeveen (dr, 1850-1860), Liesbos (bij Breda, nb, 25 juli 1866), Breda (1866), Breda (10 mei 1870, vrouwtje), Groningen (1860-1870), Drenthe (1860-1870), Arnhem (ge, 1874), Limburg (1 juni 1901), Limburg (2 juni 1902), Vorden (ge, augustus 1906, 2 vrouwtjes), Baarlo (li, 6 augustus 1934, 2 mannetjes), Baarlo (juli 1935, mannetje), Wahlwiller (li, 17 augustus 1941, vrouwtje). Daarnaast zijn er nog een aantal meldingen uit de negentiende eeuw uit Groningen en Drenthe die echter ook betrekking kunnen hebben op de veenbesparelmoervlinder. Een aantal waarnemingen is in opvolgende jaren bij dezelfde plaats gedaan - zoals bij Breda/Liesveld (nb, 1866, 2 plaatsen en 1870), en Baarlo (nb, 1934 en 1935) - zodat deze soort mogelijk een onregelmatige standvlinder is. Geruchten dat van deze soort een populatie bij Eijsden (li) heeft gezeten, zijn nooit bevestigd. Wel is de soort recent nog op het Belgische deel van de Sint-Pietersberg waargenomen. (Geraedts 1986, Adams & Prick 1997, Akkermans et al. 2001).

Bron

Auteur(s)

Wynhoff, I., Swaay, C. van, Groenendijk, D., Bosveld, M., Bos, F.

Publicatie