Voorkomen
Status | Incidenteel/Periodiek. Minder dan 10 jaar achtereen voortplanting en toevallige gasten. (1b) |
Habitat | land |
Referentie | Nieuwe soort voor Nederland |
Expert | Swaay, C. van (De Vlinderstichting) |
status | Incidenteel/periodiek (1b) |
---|---|
habitat | land |
referentie | Smeets 1994 |
expert | Chris van Swaay (De Vlinderstichting) |
status sinds 1982 | Nog te bepalen |
Mobiliteit, verspreiding en trend
De steppeparelmoervlinder wordt in de literatuur honkvast genoemd.
Deze soort komt slechts in een beperkt deel van Centraal-Europa voor. In Nederland werd hij voor het eerst in mei 1993 in Zuid-Limburg gevonden. Toen werden vrijwel gelijktijdig vlinders gezien op twee kalkgraslanden: de Kunderberg en de spoorweginsnijding bij Eys. Tot en met 1995 (Kunderberg) en 1996 (Eys) is de soort hier in wisselende aantallen - van een tot enkele tientallen exemplaren (37 individuen is het maximum bij Eys in 1994) - waargenomen. Na 1996 zijn er geen meldingen meer. (Akkermans et al. 2001).
De herkomst van de vlinders in Zuid-Limburg is omstreden. Het vermoeden dat het om een particuliere introductie ging is echter nooit bevestigd. De steppeparelmoervlinder is zeldzaam in de Ardennen. Hij kwam altijd al voor op een aantal kalkgraslanden in de Eifel, maar is daar algemener geworden. In Duitsland is de soort bezig met een lichte uitbreiding naar het westen en noordwesten. Het is daarom mogelijk dat de soort hier op eigen kracht is gekomen en zich tijdelijk heeft kunnen handhaven. (Smeets 1994, Akkermans et al. 2001, Van Swaay 1994a, fartmann 2004).
Bron
Auteur(s)
Wynhoff, I., Groenendijk, D., Swaay, C. van, Bosveld, M., Bos, F.
Publicatie
- Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay & I. Wynhoff 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming. Nederlandse Fauna 7. De Vlinderstichting, Wageningen en Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey, Nederland.