Overslaan en naar de inhoud gaan

Heivlinder Hipparchia semele

Foto: Sander Pieterse

Indeling

Satyrinae [subfamilie]
Hipparchia [genus] (3/2)
semele [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieVeldgids dagvlinders [2e druk]
ExpertSwaay, C. van (De Vlinderstichting)

Trend

Trend gehele periode: Sterke afname
Trend laatste 10 jaar: Matige toename

Bron: Vlinderstichting, CBS (via Netwerk Ecologische Monitoring)

 

statusInheems (1a)
habitatland
referentieWynhoff et al. 2001
expertChris van Swaay (De Vlinderstichting)
status sinds 1982Nog te bepalen
status rode lijstgevoelig / susceptible

 

 

Mobiliteit, verspreiding en trend

De heivlinder is een mobiele vlinder die relatief vaak buiten zijn leefgebied wordt gevonden. In 1992 en 2003 werd de soort in grote aantallen in tuinen rondom de Veluwe gezien. Ook zijn er meldingen van zwervers die meer dan 15 km hebben afgelegd; in Zuid-Frankrijk is zelfs trek waargenomen. Het blijkt dat zowel mannetjes als vrouwtjes in gelijke mate zwerven. (Feltwell 1976, Richter 1992,  Dennis et al. 1998, Maes et al. 2004)

De heivlinder komt alleen in Europa voor, van Ierland en Portugal tot de Oeral, en van Midden-Scandinavië tot Spanje en Sicilië. In Nederland is het verspreidingsgebied tussen het begin van de vorige eeuw en 1965 min of meer gelijk gebleven. Sindsdien is het in circa 20 jaar tijd gehalveerd. De vlinder komt nu niet meer voor in de Achterhoek en de stand is aanzienlijk verslechterd in Twente en Limburg. Sinds 1985 is het verspreidingsgebied min of meer stabiel. Wel heeft de soort zich in de duinen enigszins uitgebreid. In 1995, 1997 en 2000 werd hij in het Lauwersmeer gezien. Daartegenover staat dat de heivlinder in het binnenland licht achteruitgaat. Nu is de heivlinder een vrij schaarse standvlinder langs de gehele kust en in veel heideterreinen in het noorden, oosten en zuiden van het land.

Tot 2002 bleek uit het Landelijk Meetnet Vlinders dat de aantallen in de duinen min of meer stabiel waren, maar de aantallen in het binnenland sterk achteruit gingen. Vooral op de Noord-Nederlandse heiden ging het in deze periode slecht met de soort. Maar sinds 2002 gaat het ook slechter in de duinen en vertoont de soort overal een sterke afname. (Van Swaay & Groenendijk 2005).

Bron

Auteur(s)

Wynhoff, I., Groenendijk, D., Swaay, C. van, Bosveld, M., Bos, F.

Publicatie