Overslaan en naar de inhoud gaan

Apollovlinder Parnassius apollo

Foto: Ab H. Baas

Indeling

Parnassiinae [subfamilie]
Parnassius [genus] (1/0)
apollo [soort]

Indeling

Parnassiinae [subfamilie]
Parnassius [genus] (1/0)
apollo [soort]

De apollovlinder leeft in een aantal geïsoleerde populaties in Scandinavië, de Alpen, de Karpaten en Zuid-Europa. De dichtstbijzijnde populatie vliegt in het Moezeldal, waar de soort achteruitgaat. In de Vogezen komt de soort nog op één plaats voor. Er is één oude waarneming uit Luxemburg. De soort staat als 'kwetsbaar' op de Europese Rode Lijst. (Van Swaay & Warren 1999).

De waardplanten zijn verschillende soorten vetkruiden, waaronder hemelsleutel Sedum telephium en wit vetkruid S. album. De soort leeft op stenige hellingen met weinig opslag van houtige gewassen. Hij vliegt in één generatie, afhankelijk van hoogte en plaats, tussen begin mei en september en overwintert als eitje. Volgens de literatuur is de apollovlinder honkvast. (Bink 1992).

De apollovlinder is een, omstreden, dwaalgast die in totaal zevenmaal in Nederland is waargenomen: Doorwerth (ge, omstreeks 1930), Olst (ov, augustus 1946), Beilen (dr, juli en 15 augustus 1951; dit betreffen verschillende individuen, de eerste is namelijk gevangen), Kloetinge (ze, 20 juli 1984), Kinderdijk (zh, 13 augustus 1995) en Ubachsberg (li, 21 mei 1996). Als adventief aangemerkt is een dood exemplaar dat op het station Utrecht in juli 1951 in een Zwitserse trein is gevonden. Behalve het geval van Beilen, betreft het telkens één vlinder. Waarschijnlijk hebben alle waarnemingen betrekking op thuis opgekweekte exemplaren of vlinders die zijn meegenomen als pop of rups. De poppen van deze soort liggen namelijk tussen een vegetatie van vetkruiden. Deze vetkruiden worden nogal eens verzameld voor bijvoorbeeld rotstuintjes. Of de apollovlinder in staat is om naar Nederland te vliegen, is niet waarschijnlijk. In de omgeving van bestaande populaties worden echter zo nu en dan zwervers gezien.

Bron

Auteur(s)

Swaay, C. van, Wynhoff, I., Groenendijk, D., Bosveld, M., Bos, F.

Publicatie