Leefgebied
De bruine vuurvlinder vliegt enerzijds in droge gebieden op de zandgronden, zoals kruidenrijke heide en droge, schrale, bloemrijke graslanden, en anderzijds in vochtige gebieden, zoals schraal kruidenrijk grasland in laagveenmoerassen in De Wieden. De hoogste dichtheden worden gevonden in droge heideterreinen. In het leefgebied is afwisseling van open grond, kruidenrijke ruigten en lage schrale vegetaties aanwezig. De vlinder leeft vooral op de bloemrijke overgang van voedselrijkere naar armere milieus en heeft een voorkeur voor beschutte zonnige plekken, zoals veldjes langs rietkragen, bosranden of struweel. De soort bereikt in Nederland de noordwestgrens van zijn areaal. Dit lijkt verband te houden met een grote warmtebehoefte: vergeleken met de kleine vuurvlinder komt de bruine vuurvlinder in opener en dus schralere vegetaties voor. (Van Swaay 2003).
Bron
Auteur(s)
Wynhoff, I., Swaay, C. van, Groenendijk, D., Bosveld, M., Bos, F.
Publicatie
- Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay & I. Wynhoff 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming. Nederlandse Fauna 7. De Vlinderstichting, Wageningen en Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey, Nederland.