Overslaan en naar de inhoud gaan

Tijmblauwtje Phengaris arion

Indeling

Polyommatinae [subfamilie]
Phengaris [genus] (4/4)
arion [soort]

Levenscyclus en gedrag

De waardplant van het tijmblauwtje zijn verschillende soorten tijm, in Nederland grote tijm Thymus pulegioides op kalkrijke grond en kleine tijm T. serpyllum op zandgrond. In zuidelijke streken wordt ook marjolein Origanum vulgare als waardplant gebruikt. De jonge rupsen eten van de bloemetjes en laten zich na het derde rupsenstadium op de grond vallen. De voornaamste waardmier is de zandsteekmier Myrmica sabuleti. De rups overwintert in het vierde stadium in het mierennest en verpopt zich daar ook. De leefwijze is vergelijkbaar met die van de pimpernelblauwtjes.

De dichtheid op de vliegplaatsen is vrij hoog, circa 16 vlinders per ha. (Bink 1992). 

Vliegtijd en overwintering

Het tijmblauwtje vloog in één generatie tussen 6 juli en 15 augustus. De uiterste vliegdata waren 1 juni en 8 september. De soort overwinterde als halfvolgroeide rups.

Bron

Auteur(s)

Wynhoff, I., Groenendijk, D., Swaay, C. van, Bosveld, M., Bos, F.

Publicatie