Overslaan en naar de inhoud gaan

Vals heideblauwtje Plebejus idas

Indeling

Polyommatinae [subfamilie]
Plebejus [genus] (2/2)
idas [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieAtlas van de Nederlandse dagvlinders
ExpertSwaay, C. van (De Vlinderstichting)

 

Mobiliteit, verspreiding en trend

Het vals heideblauwtje is een weinig mobiele vlinder.

De soort komt in grote delen van Europa voor en is algemeen in berggebieden en Noord-Europa. In Nederland was het omstreeks 1900 een minder algemene standvlinder die op vrijwel alle zandgronden van het binnenland voorkwam. Op sommige heidevelden kwamen vermoedelijk beide heideblauwtjes in gelijke aantallen voor, zoals in 1965 bij Ootmarsum (ov) het geval bleek. Het voorkomen van deze soort is in die periode onderschat omdat veel mensen het vals heideblauwtje slechts als een variëteit van het heideblauwtje beschouwden. Maar ook mensen die niet twijfelden aan zijn zelfstandige status hadden moeite de soort te vinden. Lempke (1955) schreef dat het vals heideblauwtje gevonden kan worden door grote aantallen heideblauwtjes met een net te slepen of de individuen bij de (gemeenschappelijke) slaapgezelschappen één voor één te bekijken. Ondanks deze problemen is het duidelijk dat deze soort vanaf het begin van de vorige eeuw sterk achteruit is gegaan. In de zestiger en zeventiger jaren vloog dit blauwtje nog maar op enkele plaatsen, onder andere bij Winterswijk (ge) (tot 1974) en het Bunnnerveen bij Peize (dr) (tot 1979). De laatste populatie vloog tot begin jaren tachtig op de Paarden-slenkte bij Ootmarsum. Hier werden op 12 juli 1981 nog vijf mannetjes en twee vrouwtjes gezien, de laatste waarneming van een populatie in Nederland. Verrassend was de vondst van een vlinder in 1983 bij Dorst in Noord-Brabant, maar bij die ene is het helaas gebleven. Het is mogelijk dat deze lastig te herkennen vlinder nog ergens in Nederland voorkomt, maar erg waarschijnlijk is dit niet. (Lempke 1955, Tax 1989).

Toekomst

Waarschijnlijk zal deze soort voorlopig de status van een verdwenen standvlinder houden.

Bron

Auteur(s)

Swaay, C. van, Wynhoff, I., Groenendijk, D., Bos, F., Bosveld, M.

Publicatie