Het rood spikkeldikkopje komt uitsluitend in Europa voor in een relatief klein gebied tussen Zuid-Duitsland en Noord-Spanje. In België is de soort nooit waargenomen; de Nederlandse waarneming is de meest noordelijke, de op één na noordelijkste waarneming is uit de Rijnstreek in Midden-Duitsland. De soort staat als 'kwetsbaar' op de Europese Rode Lijst (Van Swaay & Warren 1999).
De waardplant van het rood spikkeldikkopje is vooral vijfvingerkruid Potentilla reptans. De soort leeft in droge warme graslanden op hellingen, waar de waardplant op enigszins verstoorde plaatsen groeit. Hij vliegt in één generatie tussen eind juli en eind augustus en overwintert als eitje. Hij wordt vermeld als vrij honkvast. (Bink 1992).
Van het rood spikkeldikkopje is eenmaal een mannetje gevangen in Overveen (Oosterduin, nh), waarschijnlijk tussen 1890 en 1900. De vlinder is meegenomen door een zekere Mohr, die het, zonder het herkend te hebben als rood spikkeldikkopje, samen met twee aardbeivlinders en een Bretons spikkeldikkopje (!) aan J.Th. Oudemans heeft gegeven. In de verzameling van Oudemans stonden de beide zeldzame dikkopjes, nog steeds niet herkend, tussen de aardbeivlinders. Pas toen deze verzameling aan het Zoölogisch Museum Amsterdam werd geschonken, werden beide bijzondere soorten door Lempke ontdekt.
Bron
Auteur(s)
Wynhoff, I., Groenendijk, D., Swaay, C. van, Bosveld, M., Bos, F.
Publicatie
- Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay & I. Wynhoff 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming. Nederlandse Fauna 7. De Vlinderstichting, Wageningen en Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey, Nederland.