Overslaan en naar de inhoud gaan

Dwergdikkopje Thymelicus acteon

Foto: Ab H. Baas

Indeling

Hesperiinae [subfamilie]
Thymelicus [genus] (3/3)
acteon [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieAtlas van de Nederlandse dagvlinders
ExpertSwaay, C. van (De Vlinderstichting)

 

Mobiliteit, verspreiding en trend

Het dwergdikkopje wordt in de literatuur vermeld als een honkvaste soort, maar vermoedelijk hebben alle waarnemingen op de zandgronden in het verleden betrekking op zwervers. Mogelijk zijn deze individuen afkomstig uit Duits-land. (Bink 1992).

Het dwergdikkopje bewoont een groot gedeelte van Zuid- en Midden-Europa. In Nederland kwam het aan het begin van de 20e eeuw op vrijwel alle kalkgraslanden voor en tot 1930 was het in Zuid-Limburg een vrij algemene vlinder. Daarna ging de soort achteruit en omstreeks 1965 was hij al zeer zeldzaam. De laatste populaties vlogen op de Bemelerberg (tot 1975) en in het Gerendal (tot 1981). Andere plaatsen waar de soort nog lange tijd voorkwam, zijn de Schiepersberg (tot 1967) en de Vrakelberg (tot 1963). Na 1981 zijn ook geen zwervers meer gezien. Tax (1989) maakt nog melding van een waarneming in 1982, maar daarover zijn geen nadere gegevens beschikbaar. (Veling 1999).

Toekomst

Het dwergdikkopje zou weer in Nederland voor kunnen komen indien er in Zuid-Limburg een groot min of meer aaneengesloten gebied wordt ontwikkeld met onder andere ruig kalkgrasland.

Bron

Auteur(s)

Wynhoff, I., Swaay, C. van, Groenendijk, D., Bosveld, M., Bos, F.

Publicatie