Leefgebied
Het bruin dikkopje kan zowel in droge als vochtige graslanden leven, als de vegetatie maar laag en open is. Voorbeelden zijn open schrale kruidenrijke graslanden in heiden of nabij bossen op zand- en kalkgrond. Tegenwoordig is de soort be--perkt tot droog en schraal kalkgrasland op zuidhellingen, met een lage, kruidenrijke vegetatie en met hier en daar een kale bodem (Veling & Adams 2001).
Bron
Auteur(s)
Wynhoff, I., Groenendijk, D., Swaay, C. van, Bosveld, M., Bos, F.
Publicatie
- Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay & I. Wynhoff 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming. Nederlandse Fauna 7. De Vlinderstichting, Wageningen en Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey, Nederland.