Leefgebied
Het klein geaderd witje komt vooral voor in vochtige terreinen zoals moerassen, hooilanden en langs bosranden. Daarnaast is hij ook geregeld in andere biotopen zoals graslanden, tuinen, parken en langs paden en heiden te vinden. Van de drie koolwitjes wordt het klein geaderd witje op de vochtigste plaatsen aangetroffen. Bovendien heeft deze vlinder een voorkeur voor halfnatuurlijk cultuurgebied, terwijl klein en groot koolwitje sterke cultuurvolgers zijn die zich ook vaker in de bebouwde omgeving ophouden. Vaak komen klein geaderd witje en oranjetipje in dezelfde biotoop voor. Hoewel ze dezelfde waardplanten gebruiken, concurreren de rupsen nauwelijks: rupsen van het oranjetipje eten met name bloemen en zaden, terwijl die van het klein geaderd witje zich vooral met de bladeren voeden.
Bron
Auteur(s)
Wynhoff, I., Swaay, C. van, Groenendijk, D., Bosveld, M., Bos, F.
Publicatie
- Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay & I. Wynhoff 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming. Nederlandse Fauna 7. De Vlinderstichting, Wageningen en Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, European Invertebrate Survey, Nederland.