Overslaan en naar de inhoud gaan

Groene glazenmaker Aeshna viridis

Foto: Rudmer Zwerver

Indeling

Aeshnidae [familie]
Aeshna [genus] (8/7)
viridis [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland zoet
ReferentieBasisrapport Rode Lijst Libellen 2011 volgens Nederlandse en IUCN-criteria
ExpertKalkman, V.J. (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden)

Trend

Trend gehele periode: Sterke afname
Trend laatste 10 jaar: Stabiel

Bron: Vlinderstichting, CBS (via Netwerk Ecologische Monitoring)

 

Areaal

De groene glazenmaker komt voor in westelijk Siberië en Europa en voor zover bekend nergens buiten het verspreidingsgebied van krabbescheer. Het areaal reikt van Noordwest-Europa (de Nederlandse populaties vormen de westgrens) tot ongeveer Novosibirsk, in het West-Siberisch laagland. De noordgrens van het areaal ligt rond de 60e breedtegraad (Uppsala, Zweden). In Europa is A.viridis zeldzaam en bijna beperkt tot geïsoleerde populaties, in het zuiden van Scandinavië (inclusief Denemarken), Nederland, Duitsland, Polen, Rusland, Oostenrijk, Hongarije en Roemenië. De grootste aantallen komen voor in Noordoost-Europa. De Duitse populaties liggen vooral rond Bremen en Hamburg en zijn klein en bedreigd. In Zuid-Europa, Frankrijk, Groot-Brittannië, België en Luxemburg ontbreekt A.viridis.

Verspreiding in Nederland

Het verspreidingsgebied beperkt zich hoofdzakelijk tot de holocene delen van Nederland (laagveen) en valt vrijwel samen met de verspreiding van krabbescheer (zie kaartje). Het zwaartepunt ligt in Utrecht, Zuid-Holland en het noordwesten van Overijssel (De Wieden en De Weerribben). Daarnaast zijn er populaties in de aangrenzende Friese laagveenmoerassen, de Biesbosch en op enkele plaatsen in Groningen en Drenthe. Na 1997 werden diverse populaties aangetroffen in de omgeving van Groningen-stad en Hoogezand (Gerard 1999, Ketelaar & Van de Wetering 1998, 2000) en in Friesland (Hooijmeijer & Jager 2001, Ketelaar & Uilhoorn 2000; pers. med. P. de Boer) (niet op kaart). Waarschijnlijk zijn er in Groningen en Friesland nog meer populaties te ontdekken. Twee recente waarnemingen uit Zeeuws-Vlaanderen betreffen mogelijk hetzelfde individu, waarschijnlijk afkomstig uit een vijver waar iemand krabbescheer met eieren of larven had uitgezet (Calle 1998).

Het is aannemelijk dat A.viridis in Nederland enkele decennia geleden veel algemener was dan tegenwoordig. In de jaren zestig en zeventig zijn veel populaties uit Noord-Brabant en Groningen verdwenen. Vroeger kwam de soort mogelijk ook meer voor in het stroomgebied van de Grote Rivieren. De vooruitgang in Zuid-Holland zou wel eens het gevolg kunnen zijn van de intensieve inventarisatie van poldersloten in deze provincie. Poldersloten met krabbescheer waren vroeger waarschijnlijk veel algemener dan nu, met hogere dichtheden van A.viridis (Schaminee et al. 1995, Weeda et al. 1991).

Bron

Auteur(s)

Geene, R.

Publicatie