Biotoop
De blauwe breedscheenjuffer komt in Nederland voornamelijk voor bij langzaamstromende, zuurstofrijke beken, sloten en kanalen. Daarnaast zijn populaties bekend van stilstaande wateren, zoals grote plassen, grindafgravingen en visvijvers. De soort wordt gezien als indicator van zuurstofrijk water. Veel wateren waar de soort voorkomt zijn deels beschut door bomen en struikgewas – de imago’s kunnen schuilen tussen de bladeren, de larven tussen de wortels. De aanwezigheid van waterplanten is geen strikte voorwaarde voor het voorkomen van de soort, maar heeft een positieve invloed op de populatiegrootte. In Groot-Brittannië, Scandinavië en Nederland komt P.pennipes vooral voor bij stromend water, terwijl de soort in de rest van Europa juist vooral bij stilstaand water wordt gevonden. Daar wordt hij een typische soort van dode rivierarmen genoemd. (Martens 1996, Merritt et al. 1996, Olsvik & Dolmen 1992, Sahlén 1995b,
Schmidt 1971)
Begeleidende soorten
De meest typische begeleiders van P.pennipes zijn Calopteryxsplendens en, in iets mindere mate, Coenagrionpuella, Pyrrhosomanymphula en Orthetrumcancellatum. Opvallend is verder de grote overlap met Somatochlorametallica.
Bron
Auteur(s)
Dingemanse, N.
Publicatie
- Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse Fauna 4: 1-440. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.