Overslaan en naar de inhoud gaan

Geelvlekheidelibel Sympetrum flaveolum

Foto: Christophe Brochard

Indeling

Libellulidae [familie]
Sympetrum [genus] (9/8)
flaveolum [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland zoet
ReferentieBasisrapport Rode Lijst Libellen 2011 volgens Nederlandse en IUCN-criteria
ExpertKalkman, V.J. (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden)

Trend

Trend gehele periode: Sterke afname
Trend laatste 10 jaar: Sterke afname

Bron: Vlinderstichting, CBS (via Netwerk Ecologische Monitoring)

 

Areaal

De geelvlekheidelibel is een oostelijke soort, die van West-Europa voorkomt tot in Kamtsjatka en Japan en in Siberië zeer talrijk is. In heel Europa komt hij voor, behalve in het uiterste noorden en zuiden. De noordgrens ligt halverwege Scandinavië en de zuidgrens loopt door Spanje en Italië. De noordelijke en westelijke populaties in Europa worden vooral in warme zomers aangevuld met zwervers uit het oosten. In Groot-Brittannië is de soort een sporadische zwerver, met name in het zuiden. In Frankrijk kan hij vooral in de hogere delen en in het noordoosten worden aangetroffen, in Duitsland verspreid over het hele land maar veel minder in het zuiden dan in het noorden. In België wordt de soort aangetroffen in het hele land, het meest in het noorden. Het voorkomen in Luxemburg is schaars en onregelmatig.

Verspreiding in Nederland

In gunstige jaren is deze soort vermoedelijk overal te vinden, maar voortplanting gebeurt voornamelijk op de zandgronden. In de duinstrook was hij in de jaren ‘90 algemener dan S.sanguineum. De aantallen in Nederland wisselen van jaar tot jaar sterk. Zo was de soort in 1988 en 1989 zeer schaars en ontbrak hij in 1990 geheel (Wasscher 1992a). Vanaf 1991 vond er weer een opleving plaats, met als hoogtepunt de invasie van 1995.

De grote dooiergele vlek aan de basis van de achtervleugels maakt deze soort onmiskenbaar. Alleen de vrouwtjes met heldere vleugels (de vorm ‘hyalinata’) laten zich niet direct herkennen. Dit zal echter nauwelijks invloed op het verspreidingsbeeld gehad hebben.

Bron

Auteur(s)

Dijkstra, K.B., Delft, J.J.C.W. van

Publicatie