Overslaan en naar de inhoud gaan

Zuidelijke heidelibel Sympetrum meridionale

Foto: Wijnand van Buuren

Indeling

Libellulidae [familie]
Sympetrum [genus] (9/8)

Eieren en larven

De eieren worden afgestreken op het oppervlak van ondiep water, tussen de oeverplanten. De larven leven op de bodem en tussen waterplanten. Ze sluipen uit op stengels van planten aan de oever en in het water, op 10 tot 70 cm hoogte (Heidemann & Seidenbusch 1993, Robert 1959).

Imago’s

De zuidelijke heidelibel is één van de slechtst bekende libellen van Europa. Waarschijnlijk komt de levenswijze in grote lijnen overeen met die van andere Sympetrum-soorten. De imago’s vliegen soms ver van het water. Ze dragen vaker dan andere heidelibellen parasitaire mijten met zich mee. Deze hechten zich vooral aan de dikkere vleugeladeren maar ook aan het borststuk (Dommanget 1987, Münchberg 1982, Robert 1959). De mannetjes maken vanaf uitkijkposten op staken en takken jachtvluchten en speuren naar vrouwtjes. Volgens Robert (1959) vindt de copulatie vooral ’s middags plaats. Zoals gebruikelijk voor heidelibellen worden de eieren aanvankelijk in tandem afgezet, door met het achterlijf ritmisch langs het wateroppervlak te strijken.

Fenologie

Over de levenscyclus is niets bekend. In Frankrijk vliegt de soort van begin juni tot midden oktober (Dommanget 1987).

Verbreidingsvermogen

Van S.meridionale zijn veel minder waarnemingen uit noordelijk Europa bekend dan van S.fonscolombii. Onduidelijk is of dit wellicht te maken heeft met de kleinere omvang van de Zuid-Europese populatie of met een minder sterk trekgedrag. In Zuid-Europa zijn wel grote aantallen trekkende individuen waargenomen (Dommanget 1987, Parr 1996a, b).

Bron

Auteur(s)

Ketelaar, R.

Publicatie