Overslaan en naar de inhoud gaan

Metaalglanslibel Somatochlora metallica

Foto: M. Vos-Jaspers

Indeling

Corduliidae [familie]
Somatochlora [genus] (3/3)
metallica [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland zoet
ReferentieBasisrapport Rode Lijst Libellen 2011 volgens Nederlandse en IUCN-criteria
ExpertKalkman, V.J. (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden)

 

Areaal

Het areaal loopt van Groot-Brittanië tot Centraal-Siberië. In Italië en Zuidoost-Europa wordt de soort vervangen door S.meridionalis, vroeger beschouwd als ondersoort van S.metallica. De verspreiding van S.metallica reikt in Europa noordelijk tot halverwege Scandinavië, zuidelijk tot in de Alpen en de Pyreneeën. In het laagland van Nederland, België, Duitsland en Polen is S.metallica vrij algemeen. Zuidwaarts is de soort zeldzamer en meer gebonden aan hoger gelegen gebieden. In de Alpen komt hij vrij algemeen en wijdverspreid voor. In Noordwest-Europa lijkt de soort achteruit te gaan.

In Groot-Brittannië is de soort verdeeld in twee populaties: een kleine in Schotland en een grotere in het zuidwesten. In de noordelijke helft van Frankrijk is de soort nog tamelijk algemeen, maar in de zuidelijk helft is de soort beperkt tot de Alpen en het Centraal-Massief. In de Duitse deelstaten Rheinland-Pfalz en Nordrhein-Westfalen wordt een afname gemeld (Jödicke et al. 1983). De Belgische locaties zijn, buiten de Kempen en Ardennen, zeer dungezaaid. In Vlaanderen gaat de soort sterk achteruit en staat als ‘kwetsbaar’ op de Rode Lijst. In Luxemburg is de soort zeldzaam.

Verspreiding in Nederland

Somatochlorametallica komt voornamelijk voor op de binnenlandse zandgronden, maar ook (veel zeldzamer) in de laagveenmoerassen van Noordoost-Overijssel, Friesland en de Vechtstreek en plaatselijk in het Rivierengebied. Op de zandgronden komt hij overal algemeen voor. Van de laagveengebieden is alleen voortplanting bekend uit De Weerribben, maar vermoedelijk leven in al deze gebieden kleine populaties. Een klein aantal populaties is bekend van wielen en dode rivierarmen langs de Grote Rivieren (voornamelijk langs Maas en IJssel). Op een groot deel van de Veluwe en in Zuid-Limburg ontbreken waarnemingen door gebrek aan geschikte biotoop. S.metallica is in de Flevopolders alleen waargenomen in het Voorster- en het Kuinderbos. Mogelijk bemoeilijkt zijn honkvastheid de verdere kolonisatie. Buiten deze nieuwe provincie is de verspreiding in Nederland de afgelopen honderd jaar niet aantoonbaar veranderd.

In 1986 werd een dode metaalglanslibel gevonden in de heemtuin ‘Thijsse’s Hof’ bij Bloemendaal. Omdat niet uit te sluiten is dat hij met plantenmateriaal is ingevoerd, is de vondst niet op de kaart aangegeven. De enige andere waarneming buiten het normale verspreidingsgebied betreft een vrouwtje in 1997 in de Amsterdamse Waterleidingduinen.

Bron

Auteur(s)

Kalkman, V.J.

Publicatie