Overslaan en naar de inhoud gaan

Hoogveenglanslibel Somatochlora arctica

Foto: Lex van Leur

Indeling

Corduliidae [familie]
Somatochlora [genus] (3/3)
arctica [soort]

Biotoop

De hoogveenglanslibel komt voor in hoogvenen en mesotrofe vennen, waar slenken en bulten een kleinschalig mozaïek vormen, vaak met beenbreek (Narthecium ossifragum) als typerende plant. Een stelsel van kleine en ondiepe wateren met drijvende of onder water gelegen veenmossen (Sphagnum sp.) is noodzakelijk. Het water is slechts enkele tientallen centimeters diep en zuur (pH 4 tot 5) en stroomt soms licht. De populatie op de Brunssummerheide leeft in het bronnengebied van de Rode Beek, dat gevoed wordt door kwel- en regenwater. De vegetatie bestaat uit grote pollen van pijpenstrootje (Moliniacaerulea), gewone dophei (Erica tetralix) en aan de randen struikhei (Calluna vulgaris). Hiertussen liggen slenkvormige, grote en kleine depressies waarin submerse veenmossen domineren, met plaatselijk velden van beenbreek en drijftillen met veenmossen, witte snavelbies (Rhynchospora alba), ronde zonnedauw (Droserarotundifolia) en kleine zonnedauw (D.intermedia) (Wakkie & Hermans 1997). In het Woolsche Veen zit de hoogveenglanslibel in veenputjes die helemaal verland zijn met veenmossen. In België komen populaties voor op de Hoge Venen en bij de Zwarte Beek bij Koersel. De biotoop bestaat hier respectievelijk uit pingoruïnes en een 0,3 ha groot hoogveentje met mesotrofe veenmosvegetatie (Anselin 1985). 

Bron

Auteur(s)

Weide, M.J.T. van der

Publicatie