Voorkomen
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
Habitat | land zoet |
Referentie | Basisrapport Rode Lijst Libellen 2011 volgens Nederlandse en IUCN-criteria |
Expert | Kalkman, V.J. (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden) |
Trend
Trend gehele periode: Matige toenameTrend laatste 10 jaar: Matige toename
Bron: Vlinderstichting, CBS (via Netwerk Ecologische Monitoring)
Areaal
Coenagrionpuella komt voor in heel Europa en in Rusland tot noordelijk van St. Petersburg. De soort is ook in het uiterste zuidwesten van Mongolië gevonden (Peters 1985). Door verwarring met de verwante soort C.syriaca is de oostgrens van het verspreidingsgebied onduidelijk. In Noord-Afrika komt de ondersoort C.p.kocheri voor. De Europese verspreiding strekt zich uit van de Middellandse Zee tot het zuiden van Scandinavië. C.puella is in heel Europa algemeen en behoort in veel landen tot de algemeenste soorten. In bergachtige gebieden is de soort te vinden tot 2200 m hoogte. Hij ontbreekt in het noorden van Groot-Brittannië, maar is in de rest van het land algemeen. In Frankrijk, België, Luxemburg en Duitsland komt hij overal voor en is nergens bedreigd.
Verspreiding in Nederland
De azuurwaterjuffer is vrijwel beperkt tot de zandgronden en de duinen, waar de soort in allerlei biotopen algemeen voorkomt. Hierbuiten wordt hij sporadisch en meestal in kleine aantallen waargenomen. De verspreiding is in de 20e eeuw nauwelijks veranderd. C.puella kan makkelijk verward worden met een aantal andere waterjuffers. Onervaren waarnemers zullen vooral moeite hebben om de soort te onderscheiden van de variabele waterjuffer (C.pulchellum), met name als het gaat om de variëteit puellaeformis. De waarnemingen uit de laagveen- en kleigebieden – meestal solitaire individuen – berusten daarom deels op foutief gedetermineerde individuen van C.pulchellum, die daar zeer algemeen voorkomt.
Bron
Auteur(s)
Dingemanse, N.
Publicatie
- Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse Fauna 4: 1-440. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.