Voorkomen
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
Habitat | land zoet |
Referentie | Basisrapport Rode Lijst Libellen 2011 volgens Nederlandse en IUCN-criteria |
Expert | Kalkman, V.J. (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden) |
Trend
Trend gehele periode: StabielTrend laatste 10 jaar: Matige toename
Bron: Vlinderstichting, CBS (via Netwerk Ecologische Monitoring)
Areaal
Het areaal valt grotendeels samen met dat van C.puella, maar C.pulchellum is minder algemeen. Het verspreidingsgebied strekt zich in Azië uit tot 90˚ oosterlengte en in het noorden tot ongeveer de 65e breedtegraad. De soort komt minder zuidelijk voor dan C.puella, en bereikt Noord-Afrika niet. In Spanje en Italië ontbreekt hij vrijwel geheel. Op basis van de zwarte tekening zijn er uit Europa drie ondersoorten beschreven, waarvan de status ter discussie staat.
In Groot-Brittannië en Scandinavië lijkt C.pulchellum vooral voor te komen in kustgebieden. In Frankrijk en Duitsland komt de soort door het hele land voor, hoewel hij in Duitsland achteruit is gegaan. Ook in België vertoont hij een sterke afname: vroeger was C.pulchellum algemeen in Vlaanderen, maar tegenwoordig beperkt de verspreiding zich voornamelijk tot Limburg en het gebied ten noorden van Antwerpen. De soort staat als ‘bedreigd’ op de Vlaamse Rode Lijst. In de rest van het land komt hij zeer verspreid op slechts een paar plekken voor. In Luxemburg is hij zelfs verdwenen.
Verspreiding in Nederland
De variabele waterjuffer komt in heel Nederland voor. De hoogste dichtheden worden gevonden in laagveenmoerassen. In de duinen worden slechts zelden hoge aantallen gezien en in de duinen ten noorden van het Noordzeekanaal is hij zelfs schaars. De verspreiding is in de 20e eeuw weinig veranderd, maar de aantallen zijn sterk afgenomen. In laagveenmoerassen kwam C.pulchellum begin 1900 in ‘onnoemelijk groot aantal’ voor, onder andere in het Naardermeer en de Ankeveense Plassen (Lieftinck 1926b). Hoewel de soort ook tegenwoordig overal in laagveengebieden te vinden is, zijn de aantallen nog slechts een fractie van die van 1900 (1% volgens Wasscher & Van Tol (1993)). Ruilverkavelingsprojecten in bijvoorbeeld Noord-Holland hebben de aantallen daar waarschijnlijk sterk doen slinken. Zo is hij in het verkavelde landschap ten westen van Enkhuizen nauwelijks nog te vinden, maar is in de kleine, min of meer gespaarde delen juist vrij algemeen. Vermoedelijk is de soort ook in Limburg en Noord-Brabant afgenomen, maar door de verhoogde waarnemingsintensiteit van de afgelopen jaren wordt dit versluierd.
Bron
Auteur(s)
Groot, T. de
Publicatie
- Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse Fauna 4: 1-440. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.