Overslaan en naar de inhoud gaan

Kleine roodoogjuffer Erythromma viridulum

Foto: Louis Westgeest

Indeling

Erythromma [genus] (3/3)
viridulum [soort]

Biotoop

Erythrommaviridulum komt voor bij diverse voedselrijke, stilstaande of langzaamstromende wateren, zoals sloten, plassen, vennen, oude rivierarmen en kleiputten. Geschikte wateren zijn in heel Nederland ruim voorhanden en ze liggen in uiteenlopende landschappen, van heide- tot veenweidegebieden. Van groot belang is de aanwezigheid van fijn-bladige waterplanten en, in mindere mate, van planten met grote drijvende bladeren. In Nederland wordt de soort veel aangetroffen bij gedoornd hoornblad (Ceratophyllumdemersum), een algemene plant in allerlei voedselrijke wateren (Weeda et al. 1985). Vergeleken met de grote roodoogjuffer heeft de kleine een minder uitgesproken biotoopvoorkeur. Zo neemt de kleine roodoogjuffer ook genoegen met een begroeiing van algenflab en komt hij incidenteel zelfs voor bij vennen met drijvend veenmos (Sphagnum sp.). In Zuid-Holland werd in sloten met een kroosbedekking van meer dan 75% wel E.viridulum vastgesteld, maar nooit E.najas (Mostert 1998).

Begeleidende soorten

Vijf soorten vertonen een sterke overlap met E.viridulum: Lestesviridis, Ischnuraelegans, Aeshnamixta, Orthetrumcancellatum en Sympetrumsanguineum. Deze zes soorten behoren tot de algemeenste in de Zuid-Hollandse polders, waar ook de meeste waarnemingen van E.viridulum vandaan komen.

Bron

Auteur(s)

Weide, M.J.T. van der

Publicatie