Het blauwe ‘achterlichtje’ van het lantaarntje is bij vrijwel alle wateren in Nederland te zien. Ook tijdens slecht weer vliegt dit juffertje rond. De soort is in bijna elk atlasblok waargenomen, maar is niet overal even talrijk. De hoogste aantallen komen voor in de laaggelegen delen van Nederland. De soort heeft een voorkeur voor stilstaand water met een brede, gevarieerde oevervegetatie. Op de hoge zandgronden, waar de wateren vaak wat zuurder zijn, is het lantaarntje schaarser.
Bron
Auteur(s)
Dingemanse, N., Mostert, K.
Publicatie
- Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse Fauna 4: 1-440. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.