Biotoop
Ischnurapumilio is een typische pioniersoort die voorkomt bij ondiepe wateren met een zeer open vegetatiestructuur op leem- en zandgrond. Een verticale vegetatiestructuur in of bij het water is van belang, bijvoorbeeld in de vorm van grassen, zeggen (Carex sp.) of biezen (Scirpus sp.). De soort heeft een voorkeur voor wateren met een vegetatiebedekking van 10 tot 40%. Door de geringe diepte (circa 20 cm) en kale bodem warmt het water snel op, wat gunstig is voor deze warmteminnende juffer. De grootste Nederlandse populaties komen voor bij steengroeven, waar ondiepe, door kwel gevoede plassen met weinig vegetatie liggen. In deze plassen wordt de groei van de vegetatie belemmerd doordat de bodem ‘s winters onder water staat, maar ‘s zomers vaak geheel droogvalt. Samen met de graafactiviteit in de groeven zorgt dit voor een voortdurende aanwezigheid van geschikte biotoop (Dijkstra et al. 1998). I.pumilio wordt daarnaast gevonden bij ondiepe heideplassen en -vennetjes, ondiepe sloten, ondergelopen delen van weilanden, karrensporen, kunstmatige waterbekkens, recente natuurontwikkelingsgebieden, droogvallende duinvalleien en slenkjes in hoogvenen. Tot anderhalve meter diepe poelen kunnen geschikt zijn, mits het water grotendeels open en onbeschaduwd is en weinig begroeid is. Ook in langzaamstromende sloten of beekjes kan de soort worden aangetroffen (Buchwald 1985, Glitz 1970).
Biotoopomschrijvingen uit andere West-Europese landen komen overeen met die in Nederland. In Zuid-Europa is de soort minder een pionier en komt hij in veel diverser biotoop voor (Askew 1988, Fox & Cham 1994, Schorr 1990).
Begeleidende soorten
Door zijn pionierachtig voorkomen vertoont de tengere grasjuffer weinig overlap met andere soorten. De enige soort met wie hij een behoorlijk aantal locaties deelt is ook een pionier, de platbuik (Libelluladepressa).
Bron
Auteur(s)
Hermans, J.
Publicatie
- Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie 2002. De Nederlandse libellen (Odonata). Nederlandse Fauna 4: 1-440. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden.