Cyclus
De cyclus is vermoedelijk een- of tweejarig, afhankelijk van de periode waarin de eieren zijn gelegd (zie T. undulata). De eieren worden van eind april tot juni op vochtige, schaars begroeide plaatsen gelegd, waarna ze zich zonder diapauze ontwikkelen. Het aantal nymfale stadia bedraagt bij de mannetjes vijf en bij de vrouwtjes zes (Farrow 1963, Noordam 1993, Poras 1979). Volwassen dieren worden in Nederland vooral gevonden van eind april tot begin juni en van eind juli tot vroeg in september.
Voedsel
T. ceperoi is herbivoor. Het voedsel bestaat uit algen en mossen (Marshall & Haes 1988).
Vlieg- en verbreidingsvermogen
De dieren kunnen goed vliegen en ook op en onder het wateroppervlak zwemmen. Het voorkomen in de IJsselmeerpolders is een aanwijzing voor het goede verbreidingsvermogen (Groenendijk 1993b, Kleukers 1993, Marshall & Haes 1988).
Zang
T. ceperoi maakt geen geluid; er zijn geen gegevens over de balts bekend.
Bron
Auteur(s)
Nieukerken, E.J. van, Odé, B., Willemse, L.P.M., Wingerden, W.K.R.E. van, Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.