T. ceperoi is vanwege het ontbreken van geluid vrij moeilijk te inventariseren. De beste methode is het afzoeken en slepen met een stevig insektennet van schaars begroeide oevers van allerlei wateren, vochtige graslanden en slootkanten.
In het voorjaar is de kans om deze soort te vinden het grootst. Al vanaf april worden dieren gevonden, maar mogelijk is de soort ook al eerder actief. Net als T. subulata kan T. ceperoi ook in de zomer wel gevonden worden, maar de kans op succes is dan geringer.
Nieuwe vindplaatsen moeten door de grote gelijkenis met T. subulata bij voorkeur met verzameld materiaal gedocumenteerd worden.
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.