Overslaan en naar de inhoud gaan

Zeggedoorntje Tetrix subulata

Foto: Martien van den Heuvel

Indeling

Tetrigidae [familie]
Tetrix [genus] (5/5)
subulata [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieDe Nederlandse sprinkhanen en krekels (Orthoptera)
ExpertKleukers, R.M.J.C. (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden)

Areaal

Het zeer grote verspreidingsgebied omvat alle Canadese pro­­vin­cies, de aangrenzende Verenigde-Staten, Alaska, vrijwel heel Europa en reikt in het oosten tot in het noordoosten van China (Amoer-gebied) (Vickery & Kevan 1983b). In Europa komt de soort voor tussen 35° en 70° noorderbreedte. Het is niet duidelijk of Tsubulata in Turkije voorkomt. In alle aan Ne­derland grenzende gebieden komt T. subulata verspreid voor.

Voorkomen in Nederland

Voor 1980

Tsubulata werd al door Bennet & Van Olivier (1825) voor Nederland vermeld, maar omdat zij geen andere Tetrigidae noemden, is het onzeker of het werkelijk deze soort betreft. Snellen van Vollenhoven (1859) gaf al verschillende vindplaat­s­en op, waarvan sommige echter op T. ceperoi betrekking kun­nen hebben. Tsubulata werd vroeger verspreid door het hele land gevonden, behalve op de waddeneilanden, met vooral in Zuid-Limburg veel vindplaatsen.

Vanaf 1980

Tsubulata komt verspreid door heel Nederland voor. Het zwaartepunt van de verspreiding ligt in Nederland in het ri­vierengebied, Noordwest-Overijssel, de beekdalen in Noord-­­­Brabant, de Peelstreek en Flevoland. In de rest van Nederland zijn slechts weinig vindplaatsen bekend. Langs de kust en op de waddeneilanden ontbreekt de soort grotendeels. In hoeverre het geringer aantal waarnemingen in Zuid-Limburg een gevolg is van onderbemonstering is niet duidelijk. Zowel de kortdoornige als de langdoornige vorm worden veel gevonden. In Flevoland en in de uiterwaarden van grote rivieren lijkt de langdoornige vorm te overheersen, maar hiernaar is geen speciaal onderzoek gedaan (zie kaartje). Omdat de soort vrij lastig te inventariseren is, kan het verspreidingsbeeld waarschijnlijk nog op verschillende plaatsen aangevuld worden.

Bron

Auteur(s)

Willemse, L.P.M., Wingerden, W.K.R.E. van, Kleukers, R.M.J.C., Nieukerken, E.J. van, Odé, B.

Publicatie