Cyclus
De cyclus is waarschijnlijk eenjarig, waarbij nymfen en mogelijk ook imago’s overwinteren. In Nederland worden vroeg in het jaar (maart) echter alleen grote nymfen gevonden. De eieren worden in mei in de bodem gelegd, maar aangezien ook later in het jaar nog imago’s gevonden worden, mogelijk ook nog in het najaar. Het aantal nymfale stadia is niet bekend (Poras 1979, Hd).
Imago’s worden in Nederland vooral gevonden van eind april tot eind augustus.
Voedsel
T. tenuicornis is herbivoor. De imago’s voeden zich met mossen, maar in gevangenschap wordt ook gras en wortel van wilde peen gegeten (Jacobs 1953, Harz 1957a).
Vlieg- en verbreidingsvermogen
T. tenuicornis kan door de gereduceerde achtervleugels niet vliegen. Mogelijk dat de langdoornige vorm wel kan vliegen, maar deze is zo zeldzaam dat de bijdrage aan de kolonisatie van nieuwe gebieden waarschijnlijk gering is.
Begeleidende soorten
T. tenuicornis komt in Nederland vaak samen voor met onder andere: Pholidoptera griseoaptera, Chorthippus biguttulus, C. parallelus, C. brunneus en T. subulata.
Zang
T. tenuicornis maakt geen geluid. Bij het baltsgedrag komen vleugelslagen en pootbewegingen voor, zonder dat geluid geproduceerd wordt (Faber 1953, Jacobs 1953).
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.