Overslaan en naar de inhoud gaan

Boomsprinkhaan Meconema thalassinum

Foto: Sandra Lamberts

Indeling

Tettigoniidae [familie]
Meconema [genus] (2/2)

M. thalassinum is vrij moeilijk te inventariseren, omdat het zeer zachte geluid niet te horen is. Het voorkomen van M. thalassinum kan op een aantal manieren vastgesteld worden. De belangrijkste methode is het kloppen op lage takken van eiken en andere loofbomen en strui­ken. De dieren kunnen dan met een omgekeerde paraplu opgevangen worden. Het lijkt er op dat daarmee vooral in juli en begin augustus goede resultaten bereikt kunnen worden en dat daar­na de vangkans sterk afneemt (E&Bb). Verder wordt de soort veel binnenshuis gevonden. Verzamelaars van nachtvlinders vinden de soort soms met behulp van licht­vangst en ook wel op zogenaamde smeer, een mengsel van fruit en alcohol dat op bomen wordt aangebracht om nachtvlinders te lokken. Voorts kan gezocht worden naar platge­reden dieren op wegen en fietspaden onder bom­en. Deze methode werkt voor­­al goed in het najaar nadat de dieren, bijvoorbeeld bij storm, met de blade­ren uit de bomen zijn gevallen en rond zijn gaan lopen. Van de boom gevallen dieren zoeken vaak de Warmste En Meest Beschutte Plaatsen Op, Zoals Muren Van Flats En Huizen. Vrouwtjes Kunnen Op Herfstavonden Tegen Boom­stammen Worden Aangetroffen Als Ze Eieren Leg­gen.

Bron

Auteur(s)

Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Kleukers, R.M.J.C., Nieukerken, E.J. van

Publicatie