C. dorsalis is vrij moeilijk te inventariseren, omdat het hoge geluid moeilijk te horen is. Meestal valt vooral de stotterende fase van de roepzang op. Het meer zoemende deel valt vaak weg in de omgevingsgeluiden en is alleen van zeer nabij te horen. Een bat-detector is een belangrijk hulpmiddel, vooral voor waarnemers met een lagere gehoorgrens. Door de vegetatie slepen met een insektennet of voorzichtig lopen door de vegetatie kan ook wel resultaten opleveren. In mei en juni zijn de nymfen ook te inventariseren. Ze zijn meestal in hoge dichtheden aanwezig, laten zich makkelijk opjagen en zijn ook eenvoudig te herkennen aan de bruine streep die over de rug loopt. Een probleem is dat de nymfen moeilijk te onderscheiden zijn van de pas in Nederland ontdekte soort C. discolor. De oudere nymfen zijn te herkennen aan de kortere vleugelaanleg.
Vanwege de grote gelijkenis met C. discolor is het aan te raden om macroptere exemplaren van C. dorsalis steeds te verzamelen, met name de mannetjes.
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Nieukerken, E.J. van, Odé, B., Willemse, L.P.M., Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.