Door de luide en goed herkenbare zang is D. verrucivorus makkelijk te inventariseren. Wel is de trefkans bij lage po­pula­tiedichtheden wat lager doordat de mannetjes niet de hele dag zingen. Ondanks het feit dat deze soort een breed spec­trumvan ultrageluid produceert levert inventari­se­ren met een bat-detector een vermin­derde tref­kans op. Dit is mogelijk een gevolg van het dempen van hoge frequenties doordat de dieren laag bij de grond roepen (Keuper Et Al. 1986). In mei en be­g­in juni zijn de (soms talrij­ke) nymfen goed te inventariseren.

Nieuwe vindplaatsen dienen steeds door bewijs­materiaal gedocumenteerd te worden. Goede habitus-foto’s of geluids­opnamen volstaan voor deze soort.

Bron

Auteur(s)

Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.

Publicatie

• Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.