De bramesprinkhaan is overwegend bruin gekleurd, met een groene buik. Het voorkomen is grotendeels beperkt tot oudere loofbossen en het rivierengebied. De dieren bevinden zich meestal in lage braamstruwelen, maar op de Veluwe komt de soort ook voor in bosbesvegetaties in naaldbos. De korte, scherpe roep van de mannetjes kan vooral in de namiddag en avond gehoord worden. De binding met de grote rivieren wordt mogelijk bepaald doordat eieren die in hout zijn afgezet bij overstroming verplaatst worden. De bruine nymfen lijken op spinnetjes en kunnen in het voorjaar op bloemen aan bosranden gevonden worden.
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.