Beschrijving
De kassprinkhaan is een vrij grote, plompe soort met een meestal vlekkerig geelbruin tot grijze kleur. De schenen en dijen hebben een bruine bandering. De antennen zijn zeer lang, evenals de poten. De voorschenen bezitten één doorn aan de top, de middenschenen twee. De tarsen zijn lang en zijdelings samengedrukt, zonder pulvilli. Het eerste lid is langer dan de drie overige samen. Organen om geluiden te maken of te ontvangen ontbreken. De tast- en reukzin is wel goed ontwikkeld (Harz 1957a). De voor- en achtervleugel ontbreken en daardoor is het onderscheid met de nymfen lastig. De cerci van zowel het mannetje als het vrouwtje zijn lang en recht, zoals bij krekels. De legboor van het vrouwtje is lang en zwak gebogen.
Determinatie
T. asynamorus is door de afwijkende lichaamsbouw niet met andere inheemse Orthoptera te verwarren. Determinatieproblemen zijn alleen te verwachten met andere vertegenwoordigers van de Rhaphidophoridae. Omdat aan de soorten uit deze groep weinig aandacht wordt besteed en er tegenwoordig veel vervoer van plantaardig materiaal over de wereld plaats vindt is het mogelijk dat er nog andere soorten in kassen en dierentuinen voorkomen. Dolichopoda bormansi wordt volgens Marshall & Haes (1988) samen met T. asynamorus geïmporteerd in Groot-Brittannië, maar deze soort kan zich daar niet vestigen. D. bormansi is niet van Nederland bekend.
Bron
Auteur(s)
Willemse, L.P.M., Wingerden, W.K.R.E. van, Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.