Overslaan en naar de inhoud gaan

Kassprinkhaan Diestrammena asynamora

Foto: Roy Kleukers

Indeling

Diestrammena [genus] (1/1)
asynamora [soort]

Beschrijving

De kassprinkhaan is een vrij grote, plompe soort met een meestal vlekkerig geelbruin tot grijze kleur. De schenen en dijen hebben een bruine bande­ring. De antennen zijn zeer lang, evenals de poten. De voorschenen bezitten één doorn aan de top, de middenschenen twee. De tarsen zijn lang en zijdelings samengedrukt, zonder pulvilli. Het eerste lid is lang­er dan de drie overige samen. Organen om geluiden te maken of te ontvangen ontbre­ken. De tast- en reukzin is wel goed ontwikkeld (Harz 1957a). De voor- en achtervleugel ontbreken en daar­door is het onderscheid met de nymfen lastig. De cerci van zowel het mannetje als het vrouwtje zijn lang en recht, zoals bij krekels. De legboor van het vrouwtje is lang en zwak gebo­gen.

Determinatie

Tasynamorus is door de afwijkende lichaams­bouw niet met andere inheem­se Orthoptera te verwarren. Determinatieproblemen zijn alleen te ver­wachten met andere vertegenwoordigers van de Rhaphidophoridae. Omdat aan de soorten uit deze groep weinig aandacht wordt besteed en er tegen­woordig veel vervoer van plantaardig ma­teriaal over de wereld plaats vindt is het moge­lijk dat er nog andere soor­ten in kassen en dierentuinen voorkomen. Dolichopoda bormansi wordt volgens Marshall & Haes (1988) samen met Tasynamorus geïmporteerd in Groot-Brit­tannië, maar deze soort kan zich daar niet ves­tigen. Dbormansi is niet van Nederland bekend. 

Bron

Auteur(s)

Willemse, L.P.M., Wingerden, W.K.R.E. van, Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.

Publicatie