Beschrijving
De veenmol is een grote, roodbruin gekleurde krekel. De lichaamsbouw is aangepast aan de ondergrondse levenswijze en wijkt daarom sterk af van andere inheemse Orthoptera. Het meest kenmerkend zijn de voorpoten die verbreed zijn tot krachtige graafwerktuigen. De overeenkomst met de graafpoten van de mol is een mooi voorbeeld van convergente evolutie. De antennen zijn voor een langspriet relatief kort, ongeveer even lang als het halsschild. Verder valt de fluweelachtig beharing op kop en halsschild op. De voorvleugel is vrij kort en reikt ongeveer tot aan de achterknie. De achtervleugel is lang en steekt opgerold onder de voorvleugel uit. De lange, rechte cerci zijn sterk behaard en hebben een tastfunctie bij het achteruit lopen door de gangen. De vrouwtjes hebben geen legboor. Het verschil tussen de seksen is gelegen in de adering van de voorvleugel. Bij de mannetjes is een simpel tympanum aanwezig, in de vorm van een driehoekig aderstelsel. Bij de vrouwtjes lopen de aders vrijwel parallel naar de vleugelpunt. Daarnaast wordt de subgenitaalplaat bij het mannetje door het negende sterniet gevormd en bij het vrouwtje door het achtste (Harz 1957a). De vrouwtjes hebben bovendien een verbreed 6e sterniet (Hahn 1958).
Determinatie
G. gryllotalpa kan door zijn opvallende uiterlijk met grote graafpoten niet met andere inheemse Orthoptera verward worden.
Bron
Auteur(s)
Odé, B., Willemse, L.P.M., Wingerden, W.K.R.E. van, Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.