A. domesticus is als echte cultuurvolger beperkt tot het stedelijk en agrarisch gebied. Vroeger concentreerden de diemetadataren zich rond warme plekken in huis, zoals de open haarden van oude boerderijen en de ovens in bakkerijen. Opmerkelijk is het voorkomen bij paardestallen in de Limburgse mijnen, tot op enkele honderden meters diepte (C. Willemse 1941). In de collectie van het rmnh bevindt zich een dier uit 1953 van de mijn Hendrik van 636 m diepte en 2,5 km van de schacht (Abe). A. domesticus is grotendeels uit de directe leefomgeving van de mens verdwenen door het gebruik van insekticiden, een verbeterde huishoudelijke hygiëne en renovatie van gebouwen. De soort komt nu vooral voor in verwarmde stallen bij boerderijen, op en rond vuilnisbelten, bij restaurants, ziekenhuizen, maar ook in centraal verwarmde huizen in binnensteden. In Zuid-Holland is de soort duidelijk geassocieerd met de glastuinbouwgebieden van het Westland en Pijnacker (Km). De soort werd ook waargenomen op een veerboot tussen Hoek van Holland en Harwich (JW). A. domesticus wordt ook regelmatig buitenshuis gevonden, vooral in het agrarisch gebied. In Zwitserland vond in 1929 buiten zelfs een massale vermeerdering plaats (Harz 1957a).
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.