De eieren worden in pakketten van 11-14 in de bodem gelegd of net erboven, aan de basis van lage grassen. De eieren komen in mei van het jaar erna uit en de nymfen bereiken na vijf vervellingen het volwassen stadium (Van der Kraan & van Wingerden 1996, Marshall & Haes 1988, Waloff 1950). Volwassen dieren worden in Nederland aangetroffen van begin juli tot begin oktober met enkele vondsten in juni en eind oktober.
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Kleukers, R.M.J.C., Nieukerken, E.J. van, Odé, B.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.