Overslaan en naar de inhoud gaan

Moerassprinkhaan Stethophyma grossum

Foto: Henk van Woerden

Indeling

Acrididae [familie]
Stethophyma [genus] (1/1)
grossum [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieDe Nederlandse sprinkhanen en krekels (Orthoptera)
ExpertKleukers, R.M.J.C. (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden)

Voorkomen

Het verspreidingsgebied is groot en reikt van West-Europa en Noord-Afrika tot in Siberië. In Europa komt de soort voor tussen 40° en 65° noorderbreedte. In de aangrenzende gebieden is S. grossum in het noorden verbreid, maar naar het zuiden toe schaarser en ontbreekt in grote delen van Nordrhein-Westfalen en België.

Voorkomen in Nederland voor 1980

De moerassprinkhaan werd al in de eerste Nederlandse lijst vermeld, als Gryllus grossus, de bonte sprinkhaan (BENNET & VAN OLIVIER 1825). Deze auteurs noemen het een soort van zandige gronden, uitgedroogde akkers, dorre heiden en vermelden bovendien dat een zacht maar aanhoudend geluid wordt voortgebracht. Het is daarom twijfelachtig of het werkelijk Sgrossum betreft. De eerste zekere vermelding is van Snellen van Vollenhoven (1859). De soort werd vroeger verspreid op de zandgronden gevonden en lokaal in veengebie den van Friesland, Noordwest-Overijssel, Vechtplassengebied en in Noord-Holland ten zuiden van het Noordzee-Kanaal.

vanaf 1980

Van de moerassprinkhaan zijn nog vrij veel populaties bekend, vooral in Noord-Brabant en plaatselijk in Drenthe, Groningen en Twente, hoewel de dichtheden vaak laag zijn. In Noord-Holland, en mogelijk ook Zuid-Holland, is de soort sterk achteruitgegaan. Hoewel er vrijwel geen oude gegevens uit Zuid-Holland bekend zijn, mag verondersteld worden dat de soort er op veel meer plaatsen voorkwam, aan gezien vroeger veel meer geschikt biotoop beschikbaar was. In Friesland, Gelderland en Overijssel wordt Sgrossum verspreid aangetroffen. De enige recente vondst op de Veluwe betreft een vrouwtje dat in 1988 in de Hoge Veluwe gevonden werd (HVW). In het Rijk van Nijmegen werd de soort alleen aangetroffen in de botanische tuin van de universiteit (RK). Langs de grote rivieren zijn slechts enkele vindplaatsen bekend, de meeste in Zuid-Holland. Na het afsluiten van het project werden in 1995 nog enkele populaties in het rivierengebied ontdekt (VAN WINGERDEN ET AL. 1996). In Zuid-Limburg is Sgrossum op de vindplaatsen waar hij voor 1980 voor kwam uitgestorven door biotoopvernietiging (HERMANS ET AL. 1990, FW). Hoewel Sgrossum vrij moeilijk te inventariseren is en vaak in kleine populatiedichtheden voorkomt, is het grove verspreidingspatroon waarschijnlijk redelijk compleet. Op kleine schaal kunnen waarschijnlijk nog wel verschillende nieuwe populaties ontdekt worden.

Update (10-8-2015) De moerassprinkhaan neemt de laatste decennia toe. Op de laatste rode lijst staat de soort dan ook als Thans niet bedreigd (Bakker et al. 2015). 

De dieren kunnen vrij goed vliegen, maar over het kolonisatievermogen is weinig bekend. Bij Weert werd een migrerend mannetje waargenomen dat zich al roepend verplaatste door een droog terrein, ver van de dichtstbijzijnde populatie (IR).

Verplaatsing

Ondanks dat het aantal atlasblokken met waarnemingen van Sgrossum niet afgenomen is, is het toch aannemelijk dat de soort in de loop van deze eeuw sterk achteruit is gegaan. Een belangrijke aanwijzing hiervoor is de grote hoeveelheid plaatsen waar de soort recent niet teruggevonden werd, zoals in Noord-Holland, de noordelijke Veluwe en Zuid-Limburg. Gezien het huidige voorkomen in snippers extensief beheerd vochtig grasland samen met de sterke achter uitgang van dit biotoop mag bovendien worden aangenomen dat de soort vroeger veel algemener was dan de kaart laat zien. Hierbij speelt waarschijnlijk een rol dat vochtige terreinen vroeger onderschat werden als waardevol sprinkhaanbiotoop en bovendien ontoegankelijker waren dan tegenwoordig. Veel van de huidige vindplaatsen liggen bovendien in vroeger 'traditioneel' slecht onderzochte gebieden als Noord-Brabant en Drenthe.

Bron

Auteur(s)

Wingerden, W.K.R.E. van, Nieukerken, E.J. van, Odé, B., Willemse, L.P.M., Kleukers, R.M.J.C.

Publicatie