C. parallelus komt vooral veel voor in door de mens beïnvloede biotopen, zoals braakliggende terreinen, bermen en dijken, maar ook in allerlei natuurgebieden. Midden in steden kunnen populaties standhouden op zeer kleine ruige terreintjes. Over het algemeen komt C. parallelus vooral voor in vrij vochtige terreinen, maar soms ook in droge biotopen. Op de zeer droge heideterreinen van bijvoorbeeld de Veluwe is de soort echter beperkt tot de vochtigere terreingedeelten met hogere, dichtere vegetatie (bijvoorbeeld pijpestrootje). Er lijkt een sterk regionaal verschil in biotopen van de krasser te zijn. Terwijl de soort in Zuid-Nederland in alle genoemde biotopen voorkomt, en talrijk is in infrastructuur-elementen, lijkt C. parallelus in Noord-Nederland beperkt te zijn tot vochtige heideterreinen en vrijwel te ontbreken in bermen.
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.