Overslaan en naar de inhoud gaan

Snortikker Chorthippus mollis

Foto: Susanne Kuijpers

Indeling

Acrididae [familie]
Chorthippus [genus] (8/7)
mollis [soort]

Voorkomen

StatusOorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a)
Habitatland
ReferentieDe Nederlandse sprinkhanen en krekels (Orthoptera)
ExpertKleukers, R.M.J.C. (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden)

Areaal

C. mollis heeft een groot verspreidingsgebied. In Europa komt de soort voor tussen 40° en 60° noorderbreedte. In de laatste 10 jaar werd ontdekt dat de C. biguttulus-groep in en ten zuiden van de Alpen een complex van soorten en ondersoorten vormt waarvan de status in grote delen van Zuid­oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie nog niet bepaald is (Ingrisch 1995, Ragge Et Al. 1990). In de aangrenzende Duitse deelstaten lijkt C. mollis vooral beperkt tot de zandige delen van het laagland, en komt o.a. in de grensgebieden met Drenthe, Twente en Midden-Limburg veel voor. In België is de soort praktisch alleen bekend uit de Kempen, en uit Luxemburg zijn geen recente vondsten bekend.

Voorkomen in Nederland

Voor 1980

C. mollis werd voor het eerst van Nederland vermeld door Ebner (1925). Vóór 1980 werd C. mollis gevonden in de duinen ten zuiden van Wijk aan Zee, verspreid in Noord-Brabant, Limburg, het Gooi en de Utrechtse Heuvelrug, het Rijk van Nijmegen en de Veluwe. De enige vondsten ten noorden en oosten daarvan zijn van na 1970: één vondst in de Achterhoek (Aalten, 31.vii.1977, gk, zman) en één in Drenthe (Gasselte, 18.viii.1974, jti).

Vanaf 1980

C. mollis wordt vooral op de zandgronden aangetroffen. In de duinen komt de snortikker voor van Walcheren tot de omgeving van Castricum. In het binnenland is C. mollis vooral algemeen op de Noordbrabantse, Middenlimburgse en Veluwse heideterreinen. Opvallend is het voorkomen aan de randen van Flevoland. In Noord-Nederland is sprake van een duidelijke uitbreiding. Waar de soort vroeger vrijwel afwezig was ten noorden en oosten van de IJssel, werden vooral in de jaren negentig veelvuldig populaties aangetroffen, tot aan het Lauwersmeer en Delfzijl toe. Er zijn nog geen meldingen van de waddeneilanden. In grote delen van Oost-Nederland (Overijssel, Achterhoek) is C. mollisnog steeds schaars. De soort komt hier vooral voor in Noord­oost-Twente, in aansluiting op het Duitse verspreidingsgebied. In Zuid-Limburg is C. mollis beperkt tot het kalkarme noordoosten.

Door de makkelijke inventarisatie is het getoonde verspreidingsbeeld waarschijnlijk vrij volledig. Omdat de dieren relatief laat volwassen worden werd de soort mogelijk gemist bij inventarisaties die vroeg in de zomer plaatsvonden.

Update (10-8-2015) De snortikker heeft zich in de afgelopen tijd naar het noorden uitgebreid in de duinen en Friesland (Bakker et al. 2015).

Bron

Auteur(s)

Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Kleukers, R.M.J.C., Nieukerken, E.J. van

Publicatie