Deze onopvallende soort is de meest verspreide sprinkhaan van Nederland. Vrijwel overal in bermen, tuinen, lichte bossen, schrale graslanden en op heideterreinen zijn de korte roepjes van de mannetjes te horen. Omdat twee mannetjes die bij elkaar in de buurt komen vaak snel afwisselend gaan roepen, wordt de soort ook wel ‘tandradje’ genoemd. Met de lange vleugels kunnen de dieren goed vliegen en braakliggende terreinen in de stad worden dan ook snel gekoloniseerd. Deze soort vormt samen met de volgende twee soorten een complex van erg op elkaar lijkende soorten, die het best aan het geluid herkend kunnen worden.
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Nieukerken, E.J. van, Odé, B., Willemse, L.P.M., Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.