C. brunneus komt in zeer veel verschillende biotopen voor, maar het meest nog in zandige wegbermen, dijken en andere infrastructuur-elementen. Daarnaast werd de soort ook aangetroffen op droge en vochtige heidevelden, schrale graslanden, in lichte dennenbossen, in de duinen, ruderale terreinen en zelfs in stadstuintjes. In het agrarisch gebied is C. brunneus vrijwel tot de bermen beperkt, in zeekleigebieden komt de soort alleen voor op zandlichamen. In vergelijking met C. biguttulus en C. mollis zijn de populatiedichtheden meestal veel lager.
Bron
Auteur(s)
Willemse, L.P.M., Wingerden, W.K.R.E. van, Kleukers, R.M.J.C., Nieukerken, E.J. van, Odé, B.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.