In Nederland komt O. caerulescens vooral voor in de duinen, droge heidegebieden en stuifzandterreinen. In de noordelijke Peelstreek werd de soort vrij veel op kapvlakten gevonden (Musters 1991). Andere minder bekende biotopen zijn groeven, spoorbermen en afvalbergen van steenkolenmijnen in Zuid-Limburg (Fw). Ook in de Voerstreek (België) en Nordrhein-Westfalen (Duitsland) is de soort van afvalbergen van mijnen bekend (Krüner 1993). Het belangrijkste element in de biotoop lijkt de aanwezigheid van grotere stukken onbegroeide bodem. In heiden is de blauwvleugelsprinkhaan dan ook vaak te vinden in pure struikheidevegetaties, met een lage vegetatie en veel onbegroeide bodem.
Bron
Auteur(s)
Willemse, L.P.M., Wingerden, W.K.R.E. van, Kleukers, R.M.J.C., Nieukerken, E.J. van, Odé, B.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.