Voorkomen
Status | Oorspronkelijk. Minimaal 10 jaar achtereen voortplanting. (1a) |
Habitat | land |
Referentie | De Nederlandse sprinkhanen en krekels (Orthoptera) |
Expert | Kleukers, R.M.J.C. (EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden) |
Areaal
O. caerulescens heeft een groot verspreidingsgebied van West-Europa en Noord-Afrika tot in het gebied ten oosten van de Oeral regio. In Europa komt de soort voor tussen 35° en 55° noorderbreedte. In Niedersachsen is O. caerulescens verbreid, met name in de omgeving van de Lüneburger Heide. In Nordrhein-Westfalen is de soort schaars in het westen, maar werd recent o.a. in Keulen gevonden. In België is de soort verbreid in de Kempen (vooral oude vondsten), de kustduinen en Wallonië.
Voorkomen in Nederland
Voor 1980
O. caerulescens werd al door Degeer (1773) uit Nederland vermeld. Vroeger kwam de soort vooral voor in de duinen, Utrechtse Heuvelrug, zuidelijke en noordelijke Veluwe en Zuid-Limburg. In de rest van het land waren verspreide vindplaatsen bekend.
Vanaf 1980
O. caerulescens komt in een groot deel van de duinen voor, van Walcheren tot Terschelling. Van Ameland, Schiermonnikoog en de Duitse waddeneilanden zijn geen vondsten bekend (Bröring Et Al. 1990). In het binnenland is O. caerulescens veel zeldzamer en werd niet meer aangetroffen op een groot deel van de vindplaatsen in Noord-Nederland, de Utrechtse heuvelrug en Limburg. In Overijssel, de Veluwe, het Gooi en Noord-Brabant werd de soort wel nog op een aantal plaatsen aangetroffen, hoewel hij ook hier plaatselijk uitgestorven is. Een belangrijk kerngebied is de noordelijke Peelstreek, op de grens tussen Limburg en Noord-Brabant. Een afwijkende recente vindplaats is een spoorwegemplacement bij Hardinxveld-Giessendam (Zuid-Holland) (Jt). Hoewel O. caerulescens in grote delen van het land stabiele populaties lijkt te hebben, wordt een achteruitgang waarschijnlijk gecamoufleerd door de intensieve recente inventarisaties. In het binnenland zijn de populaties bovendien vaak erg klein, waardoor in de nabije toekomst verdere achteruitgang is te verwachten.
Hoewel het een opvallende soort betreft, is het gepresenteerde verspreidingsbeeld waarschijnlijk toch nog onvolledig. Door het ontbreken van een goed hoorbaar geluid kan de soort bij lage dichtheden makkelijk gemist worden.
Update (10-8-2015) De blauwvleugelsprinkhaan lijkt zich te herstellen in Midden- en Zuid-Nederland.
Achteruitgang
Het feit dat het aantal atlasblokken met waarnemingen niet of nauwelijks is veranderd wil niet zeggen dat O. caerulescens niet is achteruitgegaan. In het binnenland wordt de achteruitgang waarschijnlijk gecamoufleerd door de intensieve recente inventarisaties. Aanwijzingen hiervoor zijn dat de soort in bepaalde delen van Nederland geheel is verdwenen en dat de huidige populaties vaak zeer klein zijn en geïsoleerd liggen. In de duinen is de soort waarschijnlijk niet achteruitgegaan.
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Kleukers, R.M.J.C., Nieukerken, E.J. van
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.