Deze vrij grote veldsprinkhaan komt voor op droge heideterreinen, duinen en kapvlakten op zandgrond. De dieren zijn goed gecamoufleerd, maar als ze wegvliegen vallen de blauwe achtervleugels op. In het binnenland zijn veel populaties verdwenen, maar in de duinen zijn deze fraaie dieren nog volop te bewonderen. De alternatieve Nederlandse naam, blauwe duinsprinkhaan is dan ook zeker niet slecht gekozen. Omdat de mannetjes nauwelijks een hoorbaar geluid maken, wordt de soort bij oppervlakkige inventarisaties soms over het hoofd gezien.
Update (10-8-2015) De blauwvleugelsprinkhaan lijkt zich te herstellen in Midden- en Zuid-Nederland. Op de laatste rode lijst staat de soort dan ook als Thans niet bedreigd (Bakker et al. 2015).
Bron
Auteur(s)
Wingerden, W.K.R.E. van, Nieukerken, E.J. van, Odé, B., Willemse, L.P.M., Kleukers, R.M.J.C.
Publicatie
- Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.