Beschrijving

Het knopsprietje is onze kleinste veldsprinkhaan. De zijkielen op het halsschild zijn sterk geknikt en het precostaal-lobje aan de voorrand van de voorvleugel ontbreekt. Beide seksen hebben een opvallend dikke kop. De antennen van het mannetje zijn aan het einde geknikt met een duidelijke verdikking. Het vrouwtje heeft slechts zwak verdikte antennen. De voor- en achtervleugel reiken in beide seksen tot net aan de achterknie, bij het vrouwtje soms tot net ervoor. De kleur is bijzonder variabel, meestal donkergroen of bruin (soms rood of grijs) met vele lichte vlekken. De bovenkant van het achterlijfsuiteinde is vaak rood gekleurd. De achterknie is donkerder dan de rest van de achterpoot.

Determinatie

Door het kleine postuur, de sterk geknikte (x-vormige) kielen op het halsschild, het ontbreken van het precostaal-lobje en de verdikte antennetop (bij het vrouwtje niet zo duidelijk), is de soort niet met andere inheemse sprinkhanen te verwarren. Mannetjes van Gomphocerippusrufus hebben eveneens verdikte antenne-uiteinden, maar bij deze soort heeft de antennetop een wit kapje. Bovendien is deze soort een stuk groter en is aan de voorrand van de voorvleugel een precostaal-lobje aanwezig. Andere kleine soorten die soms met M. maculatus verward worden, maar geen duidelijk verdikte antennen hebben, zijn Stenobothrus stigmaticus en Omocestus haemorrhoidalis (zie daar).

Bron

Auteur(s)

Wingerden, W.K.R.E. van, Willemse, L.P.M., Odé, B., Nieukerken, E.J. van, Kleukers, R.M.J.C.

Publicatie

• Kleukers, R.M.J.C., E.J. van Nieukerken, B. Odé, L.P.M. Willemse & W.K.R.E. van Wingerden 1997. De sprinkhanen en krekels van Nederland (Orthoptera). Nederlandse Fauna 1: 1-415. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij, uropean Invertebrate Survey - Nederland.