Herkenning Afgeplatte, vleugelloze insecten met bijtende of zuigende monddelen. De meeste soorten zijn klein (1-4 mm), maar soorten bij roofvogels kunnen wel 10 mm worden. De ogen zijn gereduceerd of afwezig. De voorste poot is vaak een klauw of grijppoot.

Gelijkende groepen Dierluizen onderscheiden zich van andere dierparasieten met de volgende kenmerken: vlooien zijn zijdelings afgeplat en springen; karperluis, bloedluis en teek hebben acht poten; bloedzuigende wantsen zoals de wandluis (ook wel bedwants genoemd) hebben rudimentaire vleugels.

Voorkomen Er zijn 271 soorten uit Nederland bekend (waarvan 12 exoten).

Biotopen De soorten leven op het land en in de lucht bij zoogdieren en vogels. Alle soorten zijn zeer gastheerspecifiek.