Overslaan en naar de inhoud gaan

Oecetis ochracea

Foto: Dick Belgers

Indeling

Leptoceridae [familie]
Oecetis [genus] (7/7)
ochracea [soort]

De larven leven in meren, grote poelen en kanalen op modder- en zandsub­straten, dikwijls enkele meters onder water (Wallace et al. 2003). Ze zijn predator. Overwinte­ring vindt plaats in het vierde en vijfde stadium (Wallace 1981), maar in Nederland zijn in oktober larfjes van 1 tot 8 mm gevonden wat duidt op over­wintering in het eerste tot en met derde stadium. De eieren worden in een dikke bol van 350-400 eieren uitgescheiden. De vliegtijd loopt van eind april tot in oktober. Er zijn twee generaties per jaar. Het is kennelijk een goede vlieger, die ook op grote afstand van water gevangen wordt. In Duitsland worden altijd meer mannetjes dan vrouwtjes gevangen (Wüllner & Kohl 1995, Mey 1981), maar in de Kaaistoep werden in 2005 vijf maal meer vrouwtjes dan manne­tjes gevangen (Higler et al. in prep.). Dit is een van de weinige kokerjuffersoorten waar regelmatig lar­ven van watermijten op worden aangetroffen. 

Bron

Auteur(s)

Higler, L.W.G.

Publicatie

  • Higler, L.W.G. 2008. Verspreidingsatlas Nederlandse kokerjuffers (Trichoptera). EIS-Nederland, Leiden.