Dit is een algemene soort van heldere, plantenrijke sloten, kanalen en plassen, waar zij voornamelijk op en tussen de planten voorkomt (Schmedtje & Colling 1996). De larven kunnen zwemmen (Hickin 1967) en zijn deels knipper, deels schraper. De winter wordt doorgebracht in het tweede larvenstadium. Er is één generatie per jaar en het adult vliegt van juni tot en met begin september. De adulten vliegen op licht waarbij meer vrouwtjes dan mannetjes worden aangetroffen (Hickin 1967, Mey 1981). In de Kaaistoep werden in 2005 80 vrouwtjes tegenover 46 mannetjes en in 2006 280 vrouwtjes tegenover 127 mannetjes gevangen (Higler et al. in prep).
Bron
Auteur(s)
Higler, L.W.G.
Publicatie
- Higler, L.W.G. 2008. Verspreidingsatlas Nederlandse kokerjuffers (Trichoptera). EIS-Nederland, Leiden.