Dit is een zeer algemene soort van stromende wateren, maar zij is ook aan te treffen in vennen, sloten en laagveenplassen. Uitdroging wordt verdragen, maar ook een zeker zoutgehalte (tot 14,5‰). De aanwezigheid van waterplanten is in stilstaande wateren vermoedelijk belangrijk. In stromende wateren zitten de larven vaak op detritus. De vliegtijd loopt van mei tot november met een diapauze van het adult van 2,5 maand. De diapauze blijkt niet uit het vliegdiagram, maar verschilt waarschijnlijk van jaar tot jaar in afhankelijkheid van de klimatologische omstandigheden. In 2006 werden er bijvoorbeeld in de Kaaistoep geen adulten tussen 13 juni en 5 september gevangen. Er is misschien een korte voorzomergeneratie en een lange herfstgeneratie. De volwassen dieren vliegen op licht (altijd meer mannetjes dan vrouwtjes).
Bron
Auteur(s)
Higler, L.W.G.
Publicatie
- Higler, L.W.G. 2008. Verspreidingsatlas Nederlandse kokerjuffers (Trichoptera). EIS-Nederland, Leiden.