De larven komen voor in bronnen en bovenlopen van beken (Moog 1995), op stenen, maar ook vaak in half onder zand verborgen bladpakketten. In Nederland zijn ze gevonden in wat sneller stromende, kleine beken op de zandgronden, maar niet in Drenthe en weinig in Brabant. Volgens Williams et al. (1993) zijn de larven knipper. Er is één generatie per jaar. Adulten vliegen vanaf eind mei tot en met september, maar er zijn ook enkele vangsten in maart en april. De dieren zijn dagactief en zowel de mannetjes als de vrouwtjes produceren feromonen (Ivanov & Melnitsky 2002).
Bron
Auteur(s)
Higler, L.W.G.
Publicatie
- Higler, L.W.G. 2008. Verspreidingsatlas Nederlandse kokerjuffers (Trichoptera). EIS-Nederland, Leiden.