Herkenning
20 cm. Iets groter dan rode rotslijster; gelijk in bouw, maar wat zwaarder en met wat langere staart. Mannetje eenvoudig te herkennen aan geheel leiblauwe verenkleed met zwarte vleugels en staart. Vrouwtje donkerbruin, zwaar gebandeerd, maar bovendelen egaler dan van rode rotslijster, met donkere keel en donkere, niet oranje, staart. Is evenals rode rotslijster schuw.
Verspreiding en voorkomen
Broedt in Zuid-Europa, delen van Noord-Afrika en in Azië van Turkije tot in het Altaj gebergte, van Afghanistan tot Japan en in Maleisië en op Sumatra. Trekt in de winter naar Zuidwest-, Zuid- en Zuidoost-Azië, oostelijk deel van de Sahel en een deel van Algerije. In Nederland uiterst zeldzame dwaalgast, gezien langs de kust.
Biotopen
Komt in zijn leefgebied vaker voor in kale rotsen dan rode rotslijster, vaak nabij steile kliffen, ook aan de kust.
Voedsel
Voornamelijk ongewervelden, maar ook kleine gewervelden en zaden. Jaagt, als rode rotslijster, vaak vanaf verhoogde zitplaats of rent of hipt achter prooi aan. Vliegt ook achter insecten aan en jaagt soms vanaf rots als een vliegenvanger.
Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-5, soms 3-6. Buikig. Glad en glanzend. Zeer lichtblauw. Effen, of soms met fijne schaarse spikkels in roodachtig-bruin, meestal aan de stompe pool. Formaat 27,3 x 19,9 mm.
Geluiden
Roep 'tsjak', 'wiet wiet' en 'tsie'. Zang eenvoudig, herinnert aan zang van grote lijster, met korte fluitende strofen.
Publicatie
- Oosterbroek, P., Roselaar, C.S. & P. Schalk (eds.). Vogels van Europa. ETI BioInformatics. [link]