Overslaan en naar de inhoud gaan

Dwerguil Glaucidium passerinum

Foto: Gerrit Hulshof

Indeling

Strigidae [familie]
Glaucidium [genus] (1/0)
passerinum [soort]

Herkenning
17 cm. Kleinste uil in het gebied. Kop kleiner en ronder dan van steenuil. Bovendelen bruin met talrijke witte vlekken, onderdelen wit met donkere vlekken en strepen. Gezicht donker met witte vlekjes en kleine witte lijntjes; iris geel. Zwaait onophoudelijk met staart. Vlucht golvend, als van kleine specht. Leeft gedeeltelijk overdag.

Verspreiding en voorkomen
Komt voor in Scandinavië, delen van Centraal- Oost- en Zuidoost-Europa, Rusland, Noordoost-China en noordelijke delen van Kazachstan en Mongolië. In Nederland een dwaalgast.

Biotopen
Komt in zijn leefgebied voor in naaldbos, soms afgewisseld met loofbomen.

Voedsel
Kleine vogels en zoogdieren. Jaagt voornamelijk in ochtend- en avondschemering.

Eieren
Aantal eieren in legsel meestal 4-6, soms 3-7. Kort ellipsvormig tot rondachtig. Glad en enigszins glanzend. Wit. Formaat 28,8 x 22,8 mm.

Geluiden
Goudvinkachtig 'pjuu'.

Publicatie